Artikel VOA Magazine november 2021: PEOPLE

Artikel VOA Magazine november 2021: PEOPLE

Voor echte verbinding willen mensen meer dan geld, producten of diensten.

Tekst: Marco Beentjes. Foto: Peter Franken

Wie echt gemotiveerde medewerkers in zijn organisatie wil, moet tegenwoordig vaak meer bieden dan een mogelijkheid om geld te verdienen. Zingeving in het ondernemen – purpose – maakt je
aantrekkelijker dan andere werkgevers bij schaarste op de arbeidsmarkt. Maar het gaat verder: er komt ook een stevigere verbinding tot stand met klanten en leveranciers. Strijden voor een betere wereld blijkt als een magneet op je omgeving te werken.

Je zal maar zo’n bijdehante snuiter tegenover je hebben tijdens een sollicitatiegesprek. Na een globale uiteenzetting over het reilen en zeilen van je bedrijf vraagt hij of zij ineens: “Wat dragen jullie eigenlijk bij aan een betere wereld?” Het gebeurde Michiel Wijnans, partner van BDO Accountants & Adviseurs. En hij staat daarin niet alleen. De nieuwe generatie wil graag onderdeel zijn van een organisatie die een prominente rol van betekenis speelt. In maatschappelijke zin, in sociaal opzicht of op het gebied van duurzaamheid.

Foto doolhof inclusief onderschrift.JPG
Radertje in het geheel
Logisch wanneer het tijdens zo’n sollicitatiegesprek even stilvalt, want met welke diepgang moet je een vraag als ‘wat draag je bij aan een betere wereld’ nu beantwoorden? “BDO is natuurlijk geen Greenpeace of Foster Parents Plan”, merkt Michiel op. “In een speelveld vol maatschappelijke uitdagingen kunnen we in onze rol als accountant op een andere manier bijdragen. We zijn een radertje in het geheel en als iedereen z’n steentje bijdraagt kunnen we veel bewerkstelligen. Purpose binnen een onderneming speelt voor de jeugd in toenemende mate een rol en daar moeten we in mijn ogen iets mee doen. Zolang dat eerlijk gebeurt en vanuit oprechte overtuiging – en niet alleen omdat de arbeidsmarkt het van je vraagt – is dat in mijn ogen een prima ontwikkeling. Zo houden de jongeren ons een spiegel voor.”

Een goed gevoel
BDO is niet het enige bedrijf dat zich genoodzaakt voelt stelling te nemen. Wie om zich heen kijkt ziet meer bedrijven zoeken naar diepere betekenis, aangejaagd door voorbeelden zoals Seepje, Fairtrade en Tony’s Chocolonely. Zo maakt het Haagse Seepje natuurlijke zeep van vruchtenschillen, waarbij zij de werk- en leefomstandigheden in het land van herkomst – India en Nepal – aanzienlijk weten te verbeteren. Inmiddels levert het bedrijf schoonmaakproducten aan zo’n 2.500 winkels in Nederland, België en Duitsland.
Het Nederlandse chocoladerepenmerk Tony’s Chocolonely zag cacaoboeren leven in armoede, terwijl het leeuwendeel van de inkomsten in de zakken verdween van een handvol bedrijven in het midden van de keten. Vanuit winstoogmerk werd deze situatie in stand gehouden, met kinderarbeid en moderne slavernij tot gevolg. Tony’s oprichter Teun van de Keuken keerde dit om. ‘Samen maken we 100% slaafvrij de norm in chocolade’, werd de belangrijkste doelstelling, waarbij het maken van winst slechts een methode werd om het doel te bereiken. Een werkwijze waarmee het bedrijf in 2017 marktleider werd in chocoladerepen in Nederland. Consumenten willen kennelijk niet alleen goede producten en diensten kopen, ze willen er ook een goed gevoel aan overhouden.

Gewijzigde doelen van Unilever
Ook de gevestigde orde ziet haar speelveld veranderen. Merkengigant Unilever ziet zijn gebruikelijke groeiformule steeds vaker tekortschieten. Bedrijven met een groeiend marktaandeel werden sinds jaar en dag bij de organisatie ingelijfd, waarmee niet alleen de eigen positie werd versterkt maar tegelijkertijd de belangrijkste concurrentie wegviel. Wie echter strijdt voor een hoger doel is minder gevoelig voor het zwaaien met bankbiljetten. Unilever kwam in 2010 zelf met een eerste aanzet voor een Sustainable Living Plan, die in 2020 uiterst serieus werd aangescherpt. In dat plan werkt het bedrijf momenteel aan drie doelen:

  1. Het verbeteren van de gezondheid en het welzijn van meer dan een miljard mensen.
  2. Het halveren van de milieu-impact, tegelijk met de groei van het bedrijf.
  3. Het verhogen van de levensstandaard van miljoenen mensen, tegelijk met de groei van het bedrijf.

De toevoegingen op punten 2 en 3 maakt duidelijk dat de drang om te groeien ook binnen de nieuwe doelen niet wordt losgelaten, waarmee de ommekeer ook voor de ‘oude garde’ gevoelsmatig is te verhapstukken. Inmiddels is men wel zover dat er drie kernovertuigingen binnen Unilever zijn geformuleerd:

  1. Merken met een ‘purpose’ groeien.
  2. Bedrijven met een ‘purpose’ duren voort.
  3. Mensen met een ‘purpose’ floreren.

En dat hadden zij kunnen weten. Want wie naar de oorsprong van Unilever kijkt, ziet dat William Hesketh Lever, oprichter van Lever Bros, aanverwante doelstellingen formuleerde bij zijn start in de jaren 90 van de 19e eeuw. Hij wilde hygiëne tot gemeengoed maken, het werk voor vrouwen verlichten, de gezondheid bevorderen en bijdragen aan persoonlijke verzorging. Zodat het leven meer voldoening en plezier zou bieden aan de mensen die zijn zeepjes gebruikten.

De B Corp-beweging
Terug naar het heden. Echte voorlopers op het gebied van zingeving binnen het ondernemen, zoals Fairtrade, Tony’s en Seepje, hebben zich inmiddels verenigd in de Europese B Corp-beweging, gevestigd in onze hoofdstad. Gecertificeerde B Corporations zijn bedrijven die de kracht van het ondernemen benutten om een meer inclusieve en duurzame economie op te bouwen. Zij voldoen aan de hoogste geverifieerde normen inzake sociale en milieuprestaties, transparantie en verantwoording. De bedrijven proberen hiermee (volgens de website) onderling relaties op te bouwen, hun maatschappelijke missie te verankeren en, jawel: personeel aan te trekken en te behouden.

Zo’n 105 bedrijven die in Nederland zijn gevestigd vormen onderdeel van die internationale B Corp-gemeenschap, waarvan vooralsnog geen enkele onderneming uit de gemeente Alphen aan den Rijn deel uitmaakt. Dat wil echter niet zeggen dat we in onze regio geen aansprekende voorbeelden kennen van bedrijven met het hart op de juiste plaats. Integendeel zelfs.

Voorlopers in onze regio
Zo loopt momenteel bijvoorbeeld een vergunningstraject om uiteindelijk Groene Hart Waterstof te kunnen maken. Een project waarmee Vermeulen Groep in de toekomst haar kantoor hoopt te kunnen verwarmen en haar wagenpark te kunnen laten draaien, zo meldde AD Groene Hart in augustus van dit jaar. Dit project vormt een duurzame verbetering van de huidige situatie, waarbij het snoeiafval van het bedrijf wordt verbrand in biomassacentrales buiten het Groene Hart, en bermgras wordt gecomposteerd. Het benodigde transport en de verbranding of compostering maakt dit een inefficiënt proces met een hoge CO2-uitstoot.

Samen met NettEnergy uit Boskoop heeft de Vermeulen Groep een innovatieve oplossing bedacht: het bermgras en snoeihout kunnen lokaal worden omgezet naar groene stroom, bodemverbeteraar biochar en later ook waterstof. Die waterstof kan in de toekomst vele groene toepassingen krijgen in uiteenlopende sectoren, waaronder landbouw, industrie, energie, mobiliteit en de gebouwde omgeving.

Opvallend genoeg duikt ons lokale bermgras ook op bij een initiatief in een andere sector. Herrejan Veenema, eigenaar van Drukkerij Holland en oprichter van Waardewenders B.V. wil concrete invulling geven aan het circulair toepassen van reststromen. In dit geval gaat het om diverse projecten waarbij bermgras wordt verwerkt in papier. Het idee werd getriggerd tijdens een bijeenkomst over natuurlijke reststromen, georganiseerd door het platform Groene Hart Werkt.
“Vanaf dat moment begon het onderzoeken en pionieren”, vertelt Herrejan. “De grafische industrie heeft natuurlijk een uitdaging waar het gaat over papierverbruik. We moeten van lineaire processen overschakelen naar circulaire processen. Wat voor jou afval is kan voor een andere ondernemer als grondstof dienen om nieuwe producten te fabriceren.”

Foto Herrejan Veenema, artikel people.PNG
Aantrekkingskracht in personeelswerving
Op onze vraag of zijn initiatieven en bredere maatschappelijke doelstellingen ook aantrekkingskracht uitoefenen op nieuw personeel hoeft hij niet lang na te denken. “Dat klopt inderdaad. Onlangs heb ik twee nieuwe mensen aangenomen, waarbij onze toekomstvisie in belangrijke mate heeft meegewogen in de keuze voor ons bedrijf. Tijdens de gesprekken merkten de nieuwe medewerkers op allerlei kansen te zien. Hun professie staat nu in het licht van brede, toekomstgerichte toepassingen. Voor ons én voor hen geldt dat de horizon open is gegaan. Dat maakt samenwerking voor beide partijen héél aansprekend.”

Reacties (0)

U moet Inloggen om te reageren

Er zijn nog geen reacties achter gelaten.